Masta Ace x Marco Polo
24/06

  • 00Days
  • 00Hours
  • 00Minutes
  • 00Seconds

Back once again with the classics. HHH presenteert u met volle goesting de derde hip hop grootmeester die de revue passeert: Masta Ace. Onder dit alias schreef Duval Clear rap anthem na rap anthem. This one of NYC’s finest beïnvloedt al 34 jaar lang het hele hiphoplandschap met zijn steeds introspectievere teksten. Een levenslange verwezenlijking die Hip Hop Hooray graag met jullie viert. Op 24 juni vult Masta Ace samen met producer Marco Polo De Chinastraat met pure NYC Nostalgia. BACK2SCRATCH, yes sir!

MASTA ACE

Duval Clear is nog niet afgestudeerd van de Rhode Island University of hij heeft zijn studiodebuut al op zak. The year is 1988. In de vorige zomervakantie maakte Clear kennis met Marley Marl en sloot al snel aan bij Marl’s Juice Crew. De 22e jarige Clear featuret op drie nummers van Marley Marl’s album In Control, onder het alias Masta Ace. De Juice Crew-cut The Symphony werd een instant classic. Ace’s toen al onmiskenbare stem was naast die van Big Daddy Kane, Craig G en Cool G Rap te horen.

Marley Marl's Juice Crew, met Masta Ace de tweede van rechts. (Foto: Eric Judkins)
Marley Marl's Juice Crew, met Masta Ace de tweede van rechts. (Foto: Eric Judkins)

Clear werd op z’n 22e de padawan van Marley Marl. Hij tekende bij diens label Cold Chillin’ en releasete 2 jaar later z’n debuutalbum Take A Look Around. Daar stonden al enkele kleine hits op, waaronder Me & The Biz. Zoals de naam suggereert zou Biz Markie hier een cameo op hebben, maar die geraakte niet in de studio om het geplande duet op te nemen. Dus besloot Masta Ace hem maar na te doen. Smoothness galore.

In die eerste jaren stond Masta Ace gekend voor zijn energetische, heart-on-his-sleeve manier van rappen. Hij ontpopte zich al snel tot één van hip hop’s beste storytellers.

In 1993 volgde zijn tweede album, deze keer onder het collectief Masta Ace Incorporated. Het collectief, ook gekend als The I.N.C. bestond uit Ace zelf, het trio Eyceurokk (Eyce, Uneek en Rokkdiesel), Lord Digga, Paula Perry en R&B-zangeres Leschea. Dit groepalbum heet SlaughtaHouse

Ace verzorgde het leeuwendeel van de teksten, Lord Digga de beats en de hype. Eyceurokk vormden het ironische emcee-duo MC Negro & Ignant MC op SlaughtaHouse, en waren zichzelf op Ain’t U Da Masta en Saturday Nite Live. Paula Perry speelde de hoofdrol op Who U Jackin’? Leschea zorgde doorheen het hele album voor vocals.

Masta Ace Inc (Photo HipHopFandom)

Masta Ace had al snel door dat zijn status hem het platform gaf om de vinger op de wonde te leggen. Tijdens de opnames van SlaughtaHouse  stapt hij dus ook af van zijn Juice Crew-imago. Het contrast van dit album met z’n debuut Take A Look Around kan niet groter zijn. De smoothness moet plaats maken voor een grimmige kritiek op gangsta rap en diens invloed op de Amerikaanse cultuur. 

De single Slaughtahouse zet dit dik in de verf: “Cutthroats ever since birth; blood and guts are gonna spill; cuz it’s murda murda murda, ‘n’ kill kill kill!” Zeker als de single eindigt met een skit van kinderen die de tekst nazingen.

Een jaartje later werd de Masta lid van de tijdelijke crew Crooklyn Dodgers, samen met Special Ed en Buckshot van Black Moon. Deze groep ontstond in teken van Spike Lee’s film Crooklyn, waarvoor ze de titeltrack schreven.

In 1995, na het vertrek van Eyceurokk, releasete het overgebleven kwartet van The I.N.C. Sittin’ On Chrome. Dit album, dat meteen het grootste commerciële succes van Masta Ace werd, was een mengelmoes van de toen enorm populaire West Coast type beats – als gevolg van Dr Dre’s succes – en de typische New York way of rapping. De teksten zijn doorspekt met liefde voor auto’s. Op Sittin’ On Chrome ontdekte Clear ook zijn liefde en kunde voor producen. Producen deed hij onder het alias Ase One.

Het succes van dit album kende ook een keerzijde. De groep kwam niet meer overeen en besloot dan maar te splitten. Het luidde een periode van vijf jaar radiostilte in voor Masta Ace, op enkele kleine vinyls na.

The I.N.C. (Photo: AmbrosiaForHeads)

Het was een moeilijke, ontnuchterende periode voor Duval Clear. Van ’96 tot ’98 werkte hij een stuk of 18 nummers af, om die dan afgewezen te zien door z’n label, Big Beat Records. Het was niet de commerciële plaat die het label voor ogen had. 

Hij kreeg een afkeer voor de hele rapindustrie. Als het zo makkelijk was voor een platenlabel om zijn levenswerk van tafel te vegen, moest hij maar ver weg van de hele game blijven. Of toch op z’n minst van de voorgrond verdwijnen: hij ging zich toespitsen op producen.

Ase One, nog steeds Masta Ace, maar dan puur bezig met production. (Foto: Mateo Urella, Medium)

Gelukkig voor hem, en voor de hele wereld, veranderde zijn blik op die game na een zeer succesvolle tour in Europa. De 15 shows in 2000 overweldigden hem. Hij verschoot van de gigantische turnouts op zijn shows en de liefde die hij kreeg voor zijn muziek:

“It was really that tour in Europe that re-energized me into thinking about doing another record.” Vanaf nu, zei hij tegen zijn partners Filthy Rich en DJ Rob, doe ik het op mijn eigen termen.  

En toen kwam het jaar 2001. De periode waarin Masta Ace naar eigen zeggen zijn legendarische status gecementeerd heeft: 

“My longevity can only be attributed to the music I have dropped since 2001. Those subsequent albums have garnered a whole new legion of fans for me. Typically your fan base grows old with you. Mine has also grown younger with me. Having young fans show up at sound check to get an autograph because they are too young to get into the club for the show says it all.”

2001 kende de release van Masta Ace’s album Disposable Arts. Het getuigd van een rijpere Duval Clear die terugblikt op en nadenkt over de evolutie, uitbuiting en toe-eigening van rapcultuur. Disposable Arts is een conceptalbum dat verhaalt over een jonge Brooklyn-boy die, na z’n vrijlating uit de gevangenis, zich inschrijft voor ‘The Institute of Disposable Arts’, om te ontkomen aan het rattennest dat Brooklyn is geworden. Duidelijk een metafoor voor Clear’s verdwijnen en herverschijnen op de hiphopscene.

En of hij herverscheen. Het album werd door vele fans gedubd als een van de beste conceptalbums in de geschiedenis van hip hop. Het geweldige metaforische verhaal en de pure, onversneden raps kon elke hiphopfan wel smaken. Voor z’n vijftiende verjaardag kreeg het album een mooie documentaire van Below System Records. Toch eindigt het album op een bittere noot: No Regrets, het laatste nummer van het album, sluit af met de line ‘I don’t know if it’s the end, but yo, it might be’.

De geruchten over een carrièredood van Masta Ace, die die laatste zin veroorzaakte, werden drie jaar later ontkracht. In 2004 kwam Ace’s vijfde album A Long Hot Summer uit. Het album vormt de proloog van Disposable Arts. Het verhaalt over de lange warme zomer die aan de opsluiting, waarmee het Disposable Arts-album begint, voorafgaat. Het verhaal volgt Masta Ace terwijl die door de straten van Brooklyn kuiert, samen met Fats Belvedere. En ook dit conceptalbum scoorde enorm goed bij de critici. Het album staat vol van classic parels als Beautiful, Da Grind, Soda & Soap, en Bklyn Masala, waarop oude gekende Leschea featuret. Niet te vergeten: op Do It Man krijgen we al een sneak peak van hoe een samenwerking met associate producer Marco Polo klinkt.

Ook na dit album ging het de ronde dat Masta Ace ermee ging stoppen. Wederom was het niet waar: in 2005 ontstaat de crew eMC. Officieel. Onofficieel werkten de vier al samen sinds zijn Disposable Arts-tour in 2001.

De groep bestond toen uit Ace’s protégé Stricklin, de grote undergroundnamen Wordsworth en Punchline, en Masta Ace zelf.  Strick was al eens te horen op Disposable Arts, A Long Hot Summer en ook op de track It’s Over, naast Royce Da 5’9”. Punchline en Wordsworth maakten ook al lang naam voor zichzelf. Het duo debuteerde als Punch-N-Words in ’98. Ze waren graag geziene gasten op de open mic events van Lyricist Lounge, en maakten cameos op A Tribe Called Quest’s album The Love Movement en Black Star, het collabalbum van Mos Def en Talib Kweli.

De eerste track die het collectief releasete was getiteld Four Brothers. In 2008 kwam hun eerste plaat uit: The Show. Hier nam Marco Polo nogmaals een stuk van de productie voor zijn rekening. Ook dit album is verhalend opgesteld: het volgt een dag in het leven van eMC terwijl ze touren.

Het eerstvolgende nieuws rond eMC was het vertrek van Punchline in 2014. Volgens Masta Ace zat hij gewoon niet op dezelfde golflengte als de rest. Nog geen jaar later bracht het overgebleven trio The Tonite Show uit.

Het overgebleven eMC-trio. vlnr: Word, Ace, Strick. (foto: DigiNights)

Terug naar solo Masta Ace. En terug naar 2009. Samen met Boston rapper Ed O.G. brengt hij in dat najaar Arts & Entertainment uit. Productie op dit album word onder andere door DJ Premier verzorgd, features zijn er van onder meer KRS-One, Large Professor, Posdnuos van De La Soul en DoltAll van Lords Of The Underground.

In 2012 kwam een van de meest geanticipeerde hiphopalbums ooit uit: MA Doom: Son Of Yvonne. Helemaal geproducet door MF Doom. En hoe! Wie het nog niet heeft gehoord, zal merken dat de beats gretig door onder andere Joey Bada$ (1999) gebruikt worden. Het album is één en al nostalgie: hij herdenkt zijn overleden moeder Yvonne, en bedankt haar voor alles wat ze voor hem betekent heeft. Van zijn liefde voor muziek tot de succesformule van het leven.

Z’n zesde solo album, The Falling Season, kwam uit in 2016. Het is wederom een goed ontvangen conceptalbum. En ook hier omarmt Ace steeds meer de introspectieve kant van hip hop. Hij herontdekt zijn tienerjaren.

MARCO POLO

En daarna volgt de samenwerking met associate producer Marco Polo.

(Foto: Alexander Richter)

Marco Bruno, nu ondertussen 43, mat zichzelf in 2002 de alias Marco Polo aan. Polo, born and bred in Toronto, Canada, kwam op z’n 21e naar NYC. Hij liep er stage bij The Cutting Room Studios. In 2007 bracht hij Port Authority uit. Het solo studioalbum viel erg in de smaak en was genomineerd voor Rap Recording of the Year op de Juno Awards in 2008. 7 jaar later gebeurde hetzelfde met z’n studioalbum PA2: The Director’s Cut. In 2016 volgde een collabalbum met A-F-R-O.

In 2018 kondigt Marco Polo het collab-album A Breukelen Story aan. Hij producet de muziek bij Masta Ace’s terugblikkende teksten. Het album gaat over liefde en levenslessen in Brooklyn. 

De skits geven je een kijkje in de levensreis van Marco Polo, van Toronto naar New York. De nostalgie druipt er weer van af.

Long story short: ’t gaat dik de moeite worden, 24 juni in de Chinastraat! Een oeuvre om U tegen te zeggen, een levende legende die stuk voor stuk mooie verhalen komt vertellen.